Diversiteit en inclusiviteit gaan niet vanzelf

Ingenieurs onderneming Arcadis is al vanaf de oorsprong van de Refugee Talent Hub betrokken als founding partner. Een interview met Directeur Water & Milieu Harm Albert Zanting.

In deze diversiteitscampagne staat de waarde van werk centraal. Hoe belangrijk is werk voor jou?

‘Mijn baan is heel belangrijk voor mij. Ik kan er veel in kwijt waaronder mijn nieuwsgierigheid. Onze werkvloer is namelijk een rijke omgeving met veel aspecten die prikkelen. Zo krijg ik veel energie van het samenwerken met mijn gedreven, jonge en oudere collega’s en houd ik me als directeur Water en Milieu bezig met boeiende vraagstukken zoals de energietransitie en klimaatadaptatie. Daarnaast haal ik veel voldoening uit mijn bestuursfunctie. Ik kom uit de inhoud, maar ik vind het ook geweldig om een succesvolle en betekenisvolle organisatie aan te sturen en om me bezig te houden met de organisatie. Zeker nu, in de uitzonderlijke coronatijd. Onze mensen hebben zich heel flexibel getoond en hebben veel oog voor elkaar. Dat maakt me heel trots.’

Jij leidt ook Arcadis’ stuurgroep Diversiteit en Inclusie. Waarom vind je dat een belangrijk thema?

‘Binnen de stuurgroep vertegenwoordig ik de directie en wij vinden dit thema om verschillende redenen belangrijk. Ten eerste, het is aangetoond dat een divers personeelsbestand een positief effect heeft op hoe je als organisatie werkt en op de producten die levert. Want hoe diverser het team, hoe creatiever en innovatiever je wordt. Dat wordt pas echt realiteit door inclusiviteit. Door een veilige werkomgeving te creëren zorg je dat collega’s tot hun recht komen en zij hun talenten optimaal kunnen benutten en ontwikkelen. Daar heb je zowel als medewerkers en als organisatie profijt van. Verder vervul je als groot bedrijf een maatschappelijke voorbeeldrol . Oftewel, het is de taak van Arcadis om diversiteit en inclusiviteit maatschappijbreed op de agenda te zetten door van de daken te toeteren waarom dit thema belangrijk is én door vervolgens de daad bij het woord te voegen.’

In hoeverre lukt Arcadis dat?

‘Een aantal dingen gaan heel goed. Zo zijn wij in drie jaar tijd van 20 procent naar zo’n 30 procent vrouwelijke collega’s gegaan. Daar hebben we ook ons best voor gedaan: we hebben kwantitatieve doelen gesteld en een aantal maatregelen genomen, zoals bijvoorbeeld het screenen van vacatureteksten op gender- en cultuur-aspecten en door de bonus voor het werven van een vrouwelijke sollicitant te verdubbelen. Daarnaast heeft een groep statushouders een plek binnen de organisatie gekregen. We hebben dat zo goed mogelijk begeleid met ook taaltraining en maatjes. Dat is zowel een uitdagend als leerzaam proces. Inmiddels hebben de eerste statushouders een Arcadis-contract gekregen. Verder vind ik het goed dat we als organisatie steeds meer aandacht hebben voor diversiteit en inclusiviteit, met als belangrijkste les – ook voor mijzelf – is dat een inclusieve werkvloer hard werken is. Het gaat niet vanzelf, en je moet dagelijks je best doen om inclusief denken je eigen te maken. Daarom probeer ik met behulp van workshops en trainingen alle mensen van mijn divisie en mijzelf de spiegel voor te houden. Ook zijn we een jaar terug begonnen met #Proudtobeme, een mooie campagne die – net als de waarde van werk campagne - de onderlinge verschillen viert.

Allemaal stappen in de juiste richting, maar ik weet ook: dit is pas het begin. Er is nog veel ruimte voor verbetering. Een interne peiling toont dat de meeste medewerkers zich op onze werkvloer veilig voelen, maar ook dat er helaas nog mensen zijn die dat anders ervaren. Die zich niet altijd veilig voelen op het gebied van religie, geaardheid of omdat ze op de één of andere manier ‘anders’ zijn. Tegelijkertijd merk ik nog steeds dat wanneer ik dit intern aankaart je soms op onbegrip stuit. “Dat gebeurt niet bij ons,” hoor ik dan. We hebben dus nog een flinke slag te maken wat betreft de bewustwording van unconscious biases, oftewel onze onbewuste onbekwaamheid. Ook kunnen we meer vooruitgang boeken op het gebied van culturele diversiteit, want Arcadis is nog altijd een behoorlijk wit bedrijf. Daarom staan er in de nieuwe strategie voornemens en ambities om daar mee aan de slag te gaan.’

Hoe zien die voornemens er precies uit?

‘Diversiteit en inclusie heeft om te beginnen een prominente plek binnen de strategie van ons internationale hoofdkantoor. Daarin heeft ‘diversity, inclusion & belonging’ een stevige plek en wordt iemand voor dit thema aangesteld. Bij de Nederlandse tak van Arcadis zijn wij daar nu ook mee bezig. We willen programmatisch en bewuster met dit thema aan de slag. Hoe onze werkvloer er over vijf jaar uitziet? Dat ligt deels aan de collega’s, want we willen graag dat iedereen hierover meedenkt. Maar wat mij betreft een stuk diverser.

Ik zou graag willen streven naar een personeelsbestand met meer vrouwen en culturele diversiteit en ik verwacht dat andere aspecten – zoals bijvoorbeeld a typische opleidingen of afwijkende opinies -] dan ook meegroeien. Daarnaast zie ik graag dat diversiteit en inclusie onderdeel wordt van onze identiteit en dus ook van onze commerciële activiteiten. Klanten waarderen ons nu op basis van onze vakkennis en gedreven projectmanagers, maar ons werk wordt nog aantrekkelijker wanneer we onze commercie verbinden aan diversiteits- en inclusiedoelstellingen. Als je dat goed doet, herkennen klanten ons straks ook op basis van onze diverse teams en onze inclusieve manier van opereren. Dat lijkt me een mooi streven.’

Heb je nog een lees-, luister- of kijktip voor collega’s die zich willen verdiepen in diversiteit en inclusie?

‘Tijdens mijn laatste vakantie las ik Ons feilbare denken, een boek van Daniel Kahneman over hoe ons brein werkt. Hij legt helder uit dat je op twee niveaus kunt denken. De ene manier is snel en intuïtief, de ander langzaam en weloverwogen. Daarmee laat hij goed zien hoe de unconscious biase werkt: je brein is in zekere zin lui waardoor je intuïtief toetrekt naar mensen die op jou lijken en doen. Zonde natuurlijk, want als je op de werkvloer allemaal hetzelfde bent begrijp je elkaar misschien goed, maar mis je wel een rijk kleurenpallet. Daarom, zo legt Kahneman uit, moet je hard werken om je die andere manier van denken eigen te maken in plaats van over te gaan op de automatische piloot. Het is een dikke pil, maar erg interessant. Een aanrader dus!’