Ctac is een grote familie

Orhan Celikkollu werkt als SAP-consultant bij Ctac. Patricia van Schie interviewde hem onlangs voor het magazine Venster, dat als thema De kracht van diversiteit had.

Orhan Celikkollu en zijn gezin verlaten in 2019 om politieke redenen Turkije en wonen sinds 2020 in Eindhoven. Eerder kwamen ze alleen voor vakanties en zakenreizen naar Nederland, dit keer was het anders. “We arriveerden met slechts twee rugzakken. Natuurlijk was het begin niet gemakkelijk, maar we kregen ons leven weer op orde. We hebben weer een huis, nieuwe vrienden en goede banen. Mijn vrouw en zoon spreken goed Nederlands, maar ik vind het nog wat lastig.”

In Turkije werkt Orhan als logistiek medewerker en die ervaring kan hij als vrijwilliger inzetten tijdens zijn verblijf in het asielzoekerscentrum Cranendonck. Hij leidt de ontwikkeling van een nieuw logistiek systeem voor verzorgingsproducten voor bewoners. Hiermee wordt geld bespaard en plasticverbruik verminderd. “Het is fijn op deze manier iets terug te geven. In Nederland is het belangrijk en waardevol om je als vrijwilliger in te zetten. Ook hier in Eindhoven doen we vrijwilligerswerk.”

Orhan en zijn vrouw ervaren dat een netwerk helpt bij het vinden van een baan: “Het was moeilijk om zonder referenties te worden uitgenodigd voor interviews." Zijn vrouw vindt haar baan via een contact bij een vrijwilligersorganisatie in Eindhoven. Orhan vindt zijn huidige werkgever Ctac via de Refugee Talent Hub. Na een aantal workshops en trainingen wordt hij gekoppeld aan het IT-bedrijf. “Ik was een SAP-gebruiker in Turkije, nu werk ik als SAP-consultant. Ctac is een grote familie en de bedrijfscultuur is informeel. Dat vind ik prettig. In Turkije zul je niet snel een zomers personeelsfeest zien waar de CEO achter de barbecue staat.”

Geboren: Turkije, Kanya

Opleiding: Bachelor werktuigbouwkunde, Master internationale betrekkingen

Beroep: SAP-consultant bij Ctac

In NL: sinds 2019

Mist: Het weer van Antalya en de Middellandse Zee

In NL opgepikt: Kibbeling: “als het even kan, bestel ik een portie”

Bron: Venster