Door je ervaringen te delen, voel je je minder alleen

Je moedertaal niet kunnen gebruiken in je werk, is niet niks. Daar weet de Australische Vikki Wardley alles van. En ze is niet de enige die soms worstelt met het Nederlands. Daarom startte Vikki, teammanager bij Sweco, het anderstaligennetwerk. “Anderstaligen komen zo in contact met collega’s die tegen hetzelfde aan lopen. Daardoor voelen ze zich gesteund.”

Eens per drie maanden komen anderstalige Sweco-collega’s bij elkaar. Ze praten over hun ervaringen met de Nederlandse taal in hun werk. Waar lopen ze tegenaan? Hoe kunnen ze elkaar helpen? Wat hebben ze nodig van de organisatie? En van collega’s? Het netwerk is een idee van haar manager Marco Leepel, en Vikki is de drijvende kracht achter de uitvoering ervan.

Toen ze tijdens een reis door Europa in Nederland kwam, was het liefde op het eerste gezicht. “Mijn vriend zei: we kunnen hier wel gaan wonen,” vertelt Vikki. Ik dacht aan mijn baan in Australië, en dat ik helemaal geen Nederlands sprak. Maar een paar dagen later zei ik: let’s do it. Als het niet werkt kunnen we altijd terug.” Inmiddels woont ze hier dertien jaar.

Maar die begintijd was niet altijd even gemakkelijk, herinnert ze zich. Het liefst was ze direct bij een bedrijf gaan werken waar ze haar eigen vak kon uitoefenen. Maar de taalbarrière stond destijds in de weg. Vikki sloot een compromis: ze ging werken bij een Engelstalig olie en gasbedrijf. Vikki beet zich vast in het leren van Nederlands en oefende haar spreekvaardigheid zoveel mogelijk. “Ik had een poster op mijn stoel geplakt voor collega’s die mij wilden aanspreken: ‘Graag in het Nederlands praten, alstublieft!’ stond erop,” lacht ze. En toen kwam het moment dat ze haar Nederlands goed genoeg vond en de uitdaging aan durfde te gaan. “Ik wilde graag werken bij een internationaal ingenieursadviesbureau in de infrastructuur en zo kwam Sweco op mijn pad. Via een open sollicitatie ontmoette ik Marco en hij nam mij aan. Hij vond het een meerwaarde om mij in het management te hebben. Een divers team is representatief voor Sweco.”

Op de rem

Nog niet altijd kan Vikki alles verwoorden wat ze in haar hoofd heeft en in haar hart voelt. “Het voelt alsof je moet functioneren met één hand vastgebonden op je rug,” zegt ze. “Als ik 1-op-1 praat met een collega, gaat het goed. Ondanks de foutjes die ik af en toe maak, begrijpt de ander mij goed. En ik vraag door wat iemand bedoelt als ik iets niet begrijp.” Ook durft ze op de rem te trappen als een gesprek te snel gaat. En ze checkt of ze de ander goed heeft begrepen door te herhalen en samen te vatten. Het zijn vooral de groepsgesprekken die lastig blijven. “Hoe meer mensen er meedoen aan het gesprek, hoe moeilijker het te volgen is. En omdat je zo druk bezig bent met begrijpen wat er wordt gezegd, is het onderwerp soms al voorbij tegen de tijd dat jij je reactie hebt geformuleerd,” vertelt Vikki.

Er is een speciale toolbox ontwikkeld die gesprekken voor anderstaligen makkelijker maakt, en Nederlandse collega’s krijgen tips en inzichten voor gesprekken met anderstalige collega’s.

In gesprek met anderstaligen? Deze tips helpen:

  • Praat rustig, en check of de ander je heeft begrepen

  • Vermijd het gebruik van metaforen en gezegdes

  • Maak bij een presentatie gebruik van iets visueels

  • Zorg bij vergaderingen voor een duidelijke agenda

  • Nodig iemand uit om vragen te stellen

Meer balans

Het is niet alleen de taal waar anderstaligen aan moeten wennen, ook de Nederlandse cultuur heeft haar typische kenmerken. Vikki herinnert zich een workshop waar ze aan meedeed. “Een acteur speelde een boze teamleider, en we moesten een hand opsteken wanneer we haar agressief vonden overkomen,” vertelt ze. “Ik was de enige die meteen mijn hand opstak. In Australië is het ondenkbaar om je frustraties te uiten.” Bij feedback geven geldt in de Australische cultuur precies hetzelfde: “Je zorgt ervoor dat je de ander geen slecht gevoel geeft,” zegt Vikki. “Alleen dat werkt niet bij Nederlanders, die hebben dan niet door dat ze iets niet goed hebben gedaan.”

Waar de Nederlandse cultuur in uitblinkt, vindt Vikki, is de work-lifebalance. “In Australië ben je als manager bezig om alles uit je team te halen. Overwerken wordt gewoon verwacht en iedereen doet het.” Hier stelt ze heel andere vragen aan mensen die overuren maken: Hoe komt het dat je hebt overgewerkt? Heb je hulp nodig? “In het begin was ik verbaasd dat hier na 19.00 uur en op zaterdag niemand meer op kantoor is,” zegt Vikki. “Sweco is belangrijk, en we nemen ons werk serieus, maar daarnaast nemen we ook tijd voor andere dingen. Zoals je familie. Er is hier meer balans dan in Australië. Ik vind dat een betere manier van leven.”

Gesteund

Het anderstaligennetwerk zorgt ervoor dat buitenlandse collega’s zich minder alleen voelen binnen de organisatie. “Vaak hoor ik dat ze dachten dat ze de enige zijn die worstelen met problemen die komen door het taalverschil. En dan komen ze in een groep mensen die tegen precies hetzelfde aanlopen. Daardoor voelen ze zich gesteund.” Verder denkt Vikki dat ook teamleiders de taak hebben om de behoeften van anderstaligen goed over te brengen op de rest van de groep. Begrip kweken en vervolgens uitleggen hoe Nederlanders de anderstaligen kunnen helpen is belangrijk. Als het kwartje dan eenmaal is gevallen, zit het wel goed.


Dit artikel is een ingekorte versie van het artikel op de website van Sweco.